De geschiedenis van sociaal ondernemen

De term ‘sociaal ondernemerschap’ stamt uit 1953. Toen verwees het woord nog niet naar ondernemers die in de eerste plaats een maatschappelijke missie nastreefden. Zulke sociale ondernemingen wáren er ook niet of nauwelijks. Zij zouden pas vanaf de jaren 90 flink opkomen en uitgroeien tot een grote internationale beweging.

Gewone ondernemers nemen sociale verantwoordelijkheid (jaren 50-70)

Howard Bowen was de eerste die de term ‘sociaal ondernemerschap’ gebruikte. In zijn boek Social Responsibilities of the Businessman (1953) beschreef hij ‘social entrepreneurship’ als de inzet van ondernemers voor hun medewerkers en maatschappij. Die inzet zou tot en met de jaren 80 niet uitzonderlijk zijn. Een familiebedrijf als Phillips vond het heel normaal om óók allerlei faciliteiten te creëren voor werknemers en de gemeenschap, zoals huisvesting, scholen en sportverenigingen.

Bedrijven streven vooral hogere aandeelhouderswaarde na (jaren 80)

In de jaren 80 volgden steeds meer bedrijven een minder maatschappelijke norm. Hun missie was nu om hun aandelen zoveel mogelijk geld waard te laten worden. Hiervoor beperkten ze onder meer hun uitgaven aan maatschappij en milieubescherming; daar mochten de overheid en de middenklasse zich druk om maken. Ondertussen publiceerde de Club van Rome De grenzen aan de groei, de eerste grote stap in het publieke besef dat de aarde uitputbaar is. Daar hadden veel bedrijven in het begin weinig oog voor.

Sociaal ondernemen krijgt wereldverbeterende positie (jaren 90)

Mede dankzij Harvard-professor Greg Drees kwam de ontwikkeling van sociaal ondernemen een stap verder. Hij zette sociaal ondernemen niet zozeer in het licht als een alternatief voor het maximaliseren van aandeelhouderswaarde. Hij zag het eerder als een middel om de wereld te verbeteren. In het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken, zoals armoede en ongelijkheid, konden sociale ondernemingen volgens hem vaak effectiever zijn dan sociaal activisten en goede doelen.

De internationale beweging rond sociaal ondernemen groeit (jaren 00)

Steeds meer mensen begonnen sociaal ondernemen te zien als een middel om de wereld te verbeteren. En steeds meer sociale ondernemingen zagen het levenslicht. Er ontstond een groeiende internationale beweging rond sociaal ondernemen, die het ecosysteem voor sociaal ondernemers zo gunstig mogelijk wil maken. Deze beweging is inmiddels in bijna alle landen zichtbaar, ook in Nederland, en krijgt sinds 2011 een duwtje in de rug via het Social Business Initiative van de Europese Unie.

Sociaal ondernemen neemt een vlucht in Nederland (jaren 10)

Nederland is een laatbloeier: het begrip ‘sociaal ondernemen’ is hier pas algemeen bekend geworden na de start van Social Enterprise NL in 2012. Algemene erkenning kwam door een onderzoek van de Sociaal Economische Raad in 2015, inmiddels is het een heel normaal begrip geworden. De social enterprise sector staat op de kaart en groeit met 10 procent per jaar volgens zowel onderzoeksbureau McKinsey als de Social Enterprise Monitor.

De komende jaren

Volgens McKinsey komt sociaal ondernemen inmiddels in een fase van professionalisering en bereikt vóór 2025 een vorm van volwassenheid. Voorwaarde is de verdere ontwikkeling van het ecosysteem waarin sociaal ondernemers werken: er moet een standaard manier komen voor het meten van impact; de sector moet aantrekkelijker worden voor professioneel management en getalenteerde ondernemers; investeerders moeten kijken naar meer innovatieve investerings- mogelijkheden, en overheden moeten nationaal en lokaal een stimulerend beleid voeren. Daar werken wij iedere dag aan, en we zien zeer goede resultaten. Ook PWC ziet deze ontwikkelingen, volgens hun rapport uit 2018.